Soest
Soest is een plaats en gemeente in de Nederlandse provincie Utrecht. Soest telt 45.519 inwoners en bestrijkt een gebied van 4.643 hectare. Soest, Soesterberg en buurtschap Soestduinen zijn de kernen in deze gemeente, die verder rijk is aan duinen, bossen, heide en weilanden. Soest wordt grotendeels gebruikt als oefenterrein voor het Nederlandse leger. De gemeente heeft een stedenband met Soest in Westfalen, Duitsland.
Geografie
Soest ligt ongeveer 20 km van Utrecht, 7 km van Amersfoort en 10 km van Hilversum vandaan. Met deze plaatsen zijn er goede bus- en treinverbindingen.
Balansverklaring NIWO aanvragen?
Indeling Soest
Er zijn 2 bebouwingskenmerken, omgeven door bossen, akkerbouw- of weilanden. De grootste kern is Soest, van oudsher bestaande uit Soestdijk, het oorspronkelijke dorp Soest en Soest-Zuid. Deze 3 kernen hebben elk een eigen station langs de spoorlijn Utrecht-Baarn. Door nieuwbouw aan de westzijde zijn deze kernen langzaamaan verbonden met het buurtschap Hees, op de grens van het natuurmonument soesterveen en de bossen van Pijnenburg.
De andere, kleinere bebouwingskern is Soesterberg. Wat gelegen is aan de andere kant van de ‘Soester berg’ en de voormalige vliegbasis. Tussen deze 2 kernen in ligt het kleine buurtschap Soestduinen, wat geheel omgeven is door bossen.
Kredietwaardigheidsverklaring NIWO aanvragen?
Geschiedenis van Soest
De naam Zoys is een vroege benaming voor het dorp Soest, die veel voorkomt in oude aktes. De eerste vermeldingen van het dorp Soest dateert uit het jaar 1028, toen in een schenkingsacte bisschop Ansfridus veertien hoeven schonk aan het Benedictijnerklooster in Amersfoort. In andere afschriften van Latijnse oorkonden van de Sint-Paulusabdij in Utrecht wordt de naam ook gespeld als Soys, terwijl in een oorkonde uit 1254 Sose geschreven wordt. De huidige gemeente Soest is ontstaan uit de vóór het jaar 1000 bestaande nederzettingen Soest en Hees, die na de stichting van de Paulusabdij onder het bestuur van de abdij vielen. Uit de vele grafheuvels kan worden opgemaakt dat het gebied al sinds 2000 voor Chr. bewoond was.
Soest ontstond als een kolonie uit de dichtbijgelegen stad Amersfoort. De eerste boeren vestigden zich op de zuid oosthelling van de Engh, een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug. De kolonie groeide uit tot een klein boerendorp. Ten westen, achter de Engh, lag de buurtschap Heze, dat ouder dan Soest was. Heze verdween echter doordat de zandverstuivingen, waar de tegenwoordige Soestduinen een restant van zijn, aan de wandel gingen en de buurtschap in de 15e eeuw begroeven. De naam Heze leeft nu nog voort in de wijken Overhees en Hees.
In 1650 liet de toenmalige burgemeester van Amsterdam een buitenverblijf bouwen langs de Zoestdyck, de Hofstede aen Zoestdijck, het huidige Paleis Soestdijk, dat in het Baarnse gedeelte van Soestdijk ligt. Soestdijk was rond 1890 een dorp waar de elite uit voornamelijk Amsterdam neerstreek. Zo waren er veel privéhuizen, maar ook verschillende hotels. De welgestelden kwamen naar Soestdijk vanwege de schone lucht en de mooie natuur.
Rond 1900 had Soest nog maar 4700 inwoners. Pas rond 1920 groeiden Soestdijk en Soest aan elkaar. In de jaren dertig groeiden ook Soest-Zuid en de buurtschap Soestduinen, met de bouw van vaak grotere villa’s. In 1945 telde Soest 16.000 inwoners.
In de jaren zestig werd het dorp verder gebouwd. Dat hield in dat een aantal landhuizen gesloopt werden, zodat de oppervlakte van de tuinen extra ruimte opleverde voor woningbouw en omdat het onderhoud van de villa’s simpelweg te kostbaar was geworden. De hoofdstraat van Soestdijk onderging een metamorfose. De statige herenhuizen maakten plaats voor winkels en sociale woningbouw. Het dorp werd hierdoor minder aantrekkelijk en stuk voor stuk sloten de hotels en pensions hun deuren. Bekende hotels waren Hotel Trier, Hotel Eemland en het Oranjehotel. Hotel Triėr stond schuin tegenover het Paleis. Het mooie statige Hotel kwam in 1960 leeg te staan, daar maakte de jeugd uit Baarn en Soestdijk gretig gebruik van, door er een soort jeugdhonk van te maken. Dat in de media al snel als het Sodom en Gomorra tegenover het Koninklijk huis werd aangeduid. Waarna het zo snel mogelijk werd gesloopt.
In de jaren daarna breidde Soest zich verder uit, met de wijken Klaarwater en Smitsveen in de jaren 70 en Overhees in de jaren 80. De meest recente uitbreiding is de Boerenstreek, waar vanaf 1997 in vier etappes gebouwd wordt. Het dorp Soest had tot 1996 ook een ziekenhuis genaamd Zonnegloren; dit ziekenhuis is overgegaan in het Meander Medisch Centrum.
Door de aanleg van de spoorlijn en goede verbindingswegen kwam Soest steeds meer in trek als woonplaats voor stedelingen. Zij gaven de voorkeur aan de rust van het buiten wonen boven het lawaai en de benauwenis van de stad. Deze immigratiestroom leidde tot een sterke uitbreiding van de gemeente, vooral rondom en op de Eng. Ook in Soest-Zuid, Soestdijk en het Soesterveen werden bouwlocaties gevonden.